Tekenencefalitisvaccin

Publish

Samenstelling

FSME-Immun Pfizer bv

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Sterkte
4,8 microg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,5 ml

Gezuiverd, geïnactiveerd virusvaccin (Neudörflstam). Geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide. Bevat tevens humaan albumine en sporen van gentamicine, neomycine, formaldehyde, protaminesulfaat.

FSME-Immun Junior Pfizer bv

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Sterkte
4,8 microg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,25 ml

Gezuiverd, geïnactiveerd virusvaccin (Neudörflstam). Geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide. Bevat tevens humaan albumine en sporen van gentamicine, neomycine, formaldehyde, protaminesulfaat.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

tekenencefalitisvaccin vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Voor tekenencefalitisvaccin is geen advies over de plaats in de medicamenteuze behandeling vastgesteld.

Indicaties

Actieve immunisatie tegen tekenencefalitis.

Dosering

Bij, met name zeer jonge, kinderen kan koorts optreden na de eerste vaccinatie die binnen 24 uur doorgaans afneemt. Bij een voorgeschiedenis van koortsconvulsies of hoge koorts na vaccinatie, een antipyreticum als premedicatie en/of behandeling overwegen.

Klap alles open Klap alles dicht

Immunisatie tekenencefalitis:

Volwassenen en kinderen ≥ 16 jaar:

FSME-Immun: primaire vaccinatie bestaat uit 3 doses van 0,5 ml. De tweede dosis 1 tot 3 maanden na de eerste dosis toedienen; voor een snelle immunorespons kan de tweede dosis ook 2 weken na de eerste gegeven worden (het snelle schema biedt echter minder bescherming na 2 injecties met name bij een leeftijd ≥ 50 jaar). De derde dosis 5–12 maanden na de tweede dosis toedienen. De eerste en tweede dosis bij voorkeur toedienen in de winter, de derde dosis vóór het begin van het volgende tekenseizoen.

Revaccinatie: 1 dosis van 0,5 ml. De eerste revaccinatie 3 jaar na de laatste dosis van de primaire vaccinatie. Opeenvolgende revaccinaties 5 jaar na de laatste revaccinatie toedienen; bij personen > 60 jaar echter een interval van maximaal 3 jaar tussen revaccinaties aanhouden.

Kinderen > 1 jaar en < 16 jaar:

FSME-Immun Junior: primaire vaccinatie bestaat uit 3 doses van 0,25 ml. De tweede dosis 1 tot 3 maanden na de eerste dosis geven; voor een snelle immunorespons kan de tweede dosis ook 2 weken na de eerste gegeven worden. De derde dosis 5–12 maanden na de tweede dosis toedienen. De eerste en tweede dosis bij voorkeur toedienen in de winter, de derde dosis vóór het begin van het volgende tekenseizoen.

Revaccinatie: 1 dosis van 0,25 ml. De eerste revaccinatie 3 jaar na de laatste dosis van de primaire vaccinatie. Opeenvolgende revaccinaties: minimaal 5 jaar na de laatste revaccinatie toedienen.

Bij personen met een verzwakte immuunstatus en ouderen (> 60 jaar), vier weken na de tweede dosis de antilichaamtiter bepalen. Indien vaccinatie blijkt te zijn mislukt de tweede dosis herhalen. Na de derde dosis, toegediend na het gebruikelijke interval, de titer opnieuw bepalen.

Intramusculair toedienen, bij voorkeur in de deltaspier; bij kinderen jonger dan 18 maanden in het anterolaterale gedeelte van de dij. Niet intravasculair toedienen.

De suspensie zwenken voor gebruik.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): pijn en gevoeligheid op de injectieplaats.

Vaak (1-10%): zwelling en verharding rond injectieplaats, anorexie, rusteloosheid (bij kinderen), vermoeidheid, malaise. Koorts die binnen 24–48 uur afneemt. Frequentie van koorts neemt af met het aantal vaccinaties en hangt af van de leeftijd, bij jonge kinderen treedt vaker koorts op. Misselijkheid. Hoofdpijn. Artralgie, myalgie.

Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Braken.

Zelden (0,01-0,1%): buikpijn, diarree. Vertigo. Overgevoeligheidsreactie.

Verder zijn gemeld: visusstoornissen (troebel zien, fotofobie). Tinnitus. Dyspneu. Loopstoornis, duizeligheid, neuritis, convulsies, encefalitis, demyelinisatie, meningisme, aseptische meningitis, (facialis)parese, hypo-esthesie, paresthesie. Huiduitslag, o.a. erytheem, jeuk, urticaria, overmatig zweten. Tachycardie. Griepachtige verschijnselen, asthenie, oedeem. Verergering van een auto-immuunziekte. Herpes zosterinfectie.

Interacties

Immunosuppressiva kunnen de respons op het vaccin nadelig beïnvloeden.

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Antistoffen van de moeder kunnen via de moedermelk bij de baby terechtkomen en deze beschermen.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.

Contra-indicaties

Actieve infectieziekte gepaard gaande met koorts. Ernstige overgevoeligheid voor kippeneiwit. Overgevoeligheid voor gentamicine of neomycine. Overgevoeligheid voor latex, omdat de verpakking latex kan bevatten.

Waarschuwingen

Het vaccin biedt géén bescherming tegen infecties veroorzaakt door Borrelia spp. (bv. ziekte van Lyme) die eveneens door tekenbeten worden overgebracht. De symptomen ervan kunnen lijken op die van een tekenencefalitis. Wees voorzichtig bij auto-immuunziekten zoals multipele sclerose of iridocyclitis, omdat vaccinatie een acute fase van deze ziekten kan uitlokken; ook voorzichtig bij bestaande hersenaandoeningen. In geval van een tekenbeet vóór of binnen 2 weken na de eerste vaccinatie kan het toedienen van een tweede dosis het ontstaan van tekenencefalitis niet voorkomen. Bij personen met een verzwakte immuunstatus wordt aangeraden de antilichaamtiters te controleren en zo nodig te revaccineren. Bij serologische testen rekening houden met eventueel reeds bestaande antistoffen tegen andere flavivirussen (bv. Japanse encefalitisvirus, gelekoortsvirus, denguevirus) vanwege kruisreactiviteit die kan leiden tot valspositieve resultaten.

Overdosering

Eigenschappen

Gezuiverd, geïnactiveerd tekenencefalitisvirusvaccin. Toediening leidt tot het ontstaan van anti-FSME antilichamen (= ’Frühsommer-Meningoenzephalitis’) tegen het tekenencefalitisvirus, een flavivirus en veroorzaker van tekenencefalitis. Binnen twee weken na de eerste dosis is nog geen beschermend effect te verwachten. Na de tweede dosis treedt bij circa 90% seroconversie op, na de derde dosis bij circa 98%. Het beschermend effect duurt ten minste drie jaar.

Geneesmiddelgroep

tekenencefalitisvaccin hoort bij de groep vaccins.