Meningokokkenvaccin type c

Publish

Samenstelling

NeisVac-C Baxter bv

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Sterkte
20 microg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,5 ml

Bevat polysaccharide van Neisseria meningitidis groep C, geconjugeerd aan tetanustoxoïd en aluminiumhydroxide.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

meningokokkenvaccin type C vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Voor meningokokkenvaccin type C is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

Indicaties

Actieve immunisatie ter preventie van invasieve ziekte veroorzaakt door Neisseria meningitidis type C bij kinderen vanaf 2 maanden en volwassenen.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Immunisatie tegen infecties veroorzaakt door meningokokken type C:

Kinderen van ≥ 12 maanden en volwassenen:

i.m. één dosis van 0,5 ml. De noodzaak van een boosterdosis na primaire immunisatie met 1 dosis is nog niet vastgesteld.

Zuigelingen van 2 tot 12 maanden:

i.m. twee doses van elk 0,5 ml met een interval van ten minste 2 maanden tussen de opeenvolgende doses. Aanbevolen wordt een boosterdosis toe te dienen na beëindiging van de primaire immunisatie; tijdstip van toediening volgens officiële richtlijnen.

Bij zuigelingen bij voorkeur toedienen aan de anterolaterale zijde van de dij. Bij oudere kinderen en bij volwassenen bij voorkeur toedienen in de deltaspier.

Intramusculair toedienen, bij kinderen jonger dan 2 jaar in de anterolaterale zijde van de dij en bij oudere kinderen en volwassenen in de deltaspier. Het vaccin mag niet s.c. of i.v. worden toegediend. Bij toediening samen met andere vaccins, niet in dezelfde spuit mengen. Bij gelijktijdig toedienen van een ander vaccin, op verschillende injectieplaatsen toedienen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): roodheid, lokale pijn en oedeem op de injectieplaats. Hoofdpijn. Bij zuigelingen en peuters tevens: koorts, braken, verlies van eetlust, prikkelbaarheid, sufheid, somnolentie en slaapstoornissen.

Vaak (1-10%): koorts, malaise, vermoeidheid. Hoesten, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Duizeligheid, spierpijn. Jeuk.

Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Overgevoeligheidsreacties zoals bronchospasme. Hypesthesie, paresthesie, convulsies, syncope. Griepachtige verschijnselen. Huiduitslag, overmatig zweten, overmatig blozen. Gewrichtspijn.

Zelden (0,1-0,01%): bij zuigelingen: ooglidoedeem, ecchymose.

Verder zijn gemeld: angio-oedeem. Petechiën, purpura. Apneu, dyspneu. Recidief van nefrotisch syndroom. Stevens-johnsonsyndroom, erythema multiforme.

Interacties

Bij gelijktijdig gebruik met immunosuppressiva, ontstaat mogelijk een verminderde immunologische respons.

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken (wanneer de infectieziekte een mogelijk risico inhoudt voor de moeder (en het kind)).

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Encefalitis bij de zuigeling is één keer gemeld na vaccinatie van de moeder tijdens een epidemie.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding afwegen. Wacht bij voorkeur tot na de borstvoedingsperiode indien een booster moet worden gegeven.

Contra-indicaties

Acute, ernstige infectieziekte. Overgevoeligheid tetanustoxoïd en difterietoxine.

Waarschuwingen

Het vaccin biedt uitsluitend bescherming tegen meningitis veroorzaakt door Neisseria meningitidis type C, niet tegen meningitis of septikemie veroorzaakt door andere typen Neisseria meningitidis. Verder kan het vaccin het optreden van meningokokkengroep C-ziekte niet volledig voorkomen. Patiënten met een immunodeficiëntie (door immunosuppressiva of genetisch defect) vertonen een verminderde immunologische respons. Immunisatie met dit vaccin vervangt niet de standaard immunisatie tegen tetanus. Bij de toediening aan zeer premature kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap) ademhalingscontrole gedurende 48–72 uur overwegen vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij kinderen met een voorgeschiedenis van onvoldoende rijping van de longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen, de vaccinatie niet onthouden of uitstellen.

Overdosering

Eigenschappen

Groep C meningokokken polysaccharide vaccin geconjugeerd aan tetanustoxoïd. Werkingsduur is onbekend.

Geneesmiddelgroep

meningokokkenvaccin type C hoort bij de groep vaccins.