Bosutinib

Publish

Samenstelling

Bosulif (als monohydraat) Pfizer bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
100 mg, 500 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

bosutinib vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Zie voor de behandeling van chronische myeloïde leukemie de geldende behandelrichtlijn via HOVON CML.

Indicaties

Volwassenen met Philadelphia-chromosoom-positieve chronische myeloïde leukemie (Ph+–CML) in de chronische fase, acceleratiefase en blastaire fase die eerder zijn behandeld met een of meer tyrosinekinaseremmers en voor wie imatinib, nilotinib en dasatinib niet als geschikte behandelopties worden beschouwd.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Philadelphia-chromosoom-positieve chronische myeloïde leukemie:

Volwassenen:

500 mg 1×/dag. De behandeling voortzetten tot aan ziekteprogressie of toxiciteit. Bij patiënten die geen hematologische respons in week 8 of cytogenetische respons in week 12 bereiken, kan bij goed verdragen van de therapie de dosis worden verhoogd tot 600 mg 1×/dag.

Nierfunctiestoornis: Bij matig ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 30–50 ml/min) is de aanbevolen dosering 400 mg 1×/dag; bij ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) 300 mg 1×/dag. Bij patiënten die geen hematologische respons in week 8 of cytogenetische respons in week 12 bereiken, kan bij goed verdragen van de therapie de dosis worden verhoogd tot 500 mg 1×/dag (bij een creatinineklaring van 30–50 ml/min) óf 400 mg 1×/dag (creatinineklaring < 30 ml/min).

Zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of stopzetting van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (hematologische bijwerkingen, leverfunctiestoornis, diarree, overige niet-hematologische bijwerkingen) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, o.a. tabel 1).

Een gemiste dosis niet inhalen, maar de gebruikelijke volgende dosis nemen.

De tabletten op een vast tijdstip van de dag innemen met voedsel. Vermijd hierbij grapefruitsap (zie rubriek Interacties).

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): luchtweginfectie (o.a. bronchitis, pneumonie), hoesten. Misselijkheid (42%), braken (37%), buikpijn (33%), diarree (79%), verminderde eetlust. Huiduitslag. Koorts, oedeem, vermoeidheid. Hoofdpijn, gewrichtspijn. Trombocytopenie (39%), anemie, leukopenie, neutropenie. Verhoogd ALAT, verhoogd ASAT.

Vaak (1-10%): hypertensie. Pericardeffusie, verlengd QT-interval. Dyspneu, pleurale effusie. Hepatotoxiciteit (o.a. toxische hepatitis, cytolytische hepatitis), afwijkende leverfunctie, verhoogd bilirubine en/of gamma–GT. Nierfalen. Febriele neutropenie. Influenza, nasofaryngitis. Gastritis. Geneesmiddelovergevoeligheid. Urticaria, acne, jeuk. Verhoogd lipase, serumcreatinine, serumamylase of creatinekinase. Uitdroging, hyperkaliëmie, hypofosfatemie. Pijn op de borst, asthenie. Spierpijn, rugpijn. Duizeligheid, dysgeusie.

Soms (0,1–1%): acute pancreatitis, maag-darmbloeding. Respiratoir falen, acuut longoedeem, pulmonale hypertensie. Anafylactische shock. Erythema multiforme, exfoliatieve huiduitslag. Acuut nierfalen. Pericarditis. Tinnitus. Granulocytopenie.

Verder is gemeld: re-activatie van HBV, ook leidend tot acuut leverfalen of fulminante hepatitis (zie ook de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen).

Interacties

Gelijktijdig gebruik van sterke of matige CYP3A-remmers vermijden, omdat de plasmaconcentratie van bosutinib toeneemt; dit zijn o.a. ritonavir, indinavir, saquinavir, boceprevir, ketoconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol, fluconazol, claritromycine, erytromycine, diltiazem, verapamil, amiodaron, aprepitant, imatinib en grapefruitproducten. Voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van lichte CYP3A-remmers zoals cimetidine. Zo ook gelijktijdig gebruik met sterke of matige CYP3A-inductoren vermijden, omdat de plasmaconcentratie van bosutinib daalt; dit zijn o.a. rifampicine, rifabutine, fenytoïne, carbamazepine, oxcarbazepine, sint–janskruid, barbituraten, efavirenz, nevirapine en modafinil. Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van lichte CYP3A-inductoren.

Gelijktijdig gebruik van protonpompremmers of H2-receptorantagonisten beïnvloedt de pH–afhankelijke oplosbaarheid van bosutinib, waardoor de plasmaspiegel in belangrijke mate daalt; overweeg als alternatief kortwerkende antacida met een gescheiden inname.

Vermijd combinatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (o.a. domperidon, amiodaron, kinidine, disopyramide, sotalol, methadon, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, chinolonen, imidazool–antimycotica); indien dit niet mogelijk is de patiënt monitoren op QT-verlenging.

Behandeling met bosutinib kan leiden tot een significante vermindering van de nierfunctie. Wees daarom extra alert bij de combinatie met (potentieel) nefrotoxische geneesmiddelen zoals aminoglycosiden, amfotericine B, foscarnet, ganciclovir, pentamidine, vancomycine en aldesleukine, maar ook met diuretica, ACE-remmers, AT1-blokkers en NSAID’s.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend (bij de mens), ja (bij dieren; concentratie in melk acht keer hoger dan de plasmaconcentratie).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Leverinsufficiëntie.

Waarschuwingen

Bepaal wekelijks een volledig bloedbeeld gedurende de eerste maanden van de behandeling, daarna maandelijks en op klinische indicatie.

Bij patiënten die chronisch drager zijn van HBV is re-activatie van HBV voorgekomen tijdens én na de behandeling met BCR-ABL tyrosinekinaseremmers. Sommige gevallen resulteerden in acuut leverfalen of fulminante hepatitis, leidend tot levertransplantatie of overlijden. Daarom vóór aanvang van de behandeling testen op een HBV-infectie. Bij positieve HBV serologie en bij een positieve test op een HBV-infectie tijdens de behandeling een expert raadplegen op het gebied van leverziekten en de behandeling van HBV. Controleer alle patiënten (en HBV-dragers in het bijzonder) nauwkeurig op signalen en symptomen van een actieve HBV-infectie tijdens de behandeling en gedurende enkele maanden na het beëindigen van de behandeling. Verder vóór aanvang van de behandeling de leverfunctie bepalen en daarna maandelijks gedurende de eerste 3 maanden van de behandeling en wanneer klinisch aangewezen.

Behandeling met bosutinib kan leiden tot een significante vermindering van de nierfunctie. Vóór aanvang van de behandeling en nauwgezet tijdens de behandeling de nierfunctie controleren en wees extra voorzichtig bij aanwezige risicofactoren voor nefrotoxiciteit zoals gebruik nefrotoxische geneesmiddelen (ook dosis en gebruiksduur ervan, zie ook de rubriek Interacties), gebruik van vasopressoren en bestaande nierproblemen.

Bosutinib veroorzaakt vochtretentie; wees alert op het ontstaan van pleura–effusie, longoedeem en pericardeffusie.

Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen en congenitale of verworven QT-verlenging. Het is aan te bevelen vóór aanvang van de behandeling een ECG uit te voeren. Bij aanwezigheid van niet te behandelen risicofactoren regelmatig elektrolyten en ECG bepalen. Vóór aanvang van de behandeling tevens hypocalciëmie, –kaliëmie of -magnesiëmie corrigeren en de elektrolyten daarna periodiek controleren.

Behandeling met bosutinib gaat zeer vaak gepaard met diarree en braken. Gebruik bij recente of nog manifeste klinisch significante gastro-intestinale aandoeningen vermijden. Behandel de diarree en het braken volgens de standaard, maar vermijd hierbij het gebruik van domperidon (zie rubriek Interacties).

Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van pancreatitis. Bij optreden van lipaseverhogingen in combinatie met abdominale symptomen de behandeling onderbreken en eerst een pancreatitis uitsluiten.

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn weinig gegevens over het gebruik bij ouderen.

Overdosering

Eigenschappen

Tyrosinekinaseremmer. Remt de activiteit van de abnormale BCR-ABL-kinase die CML bevordert. Remt tevens de kinasen van de Src-familie, waaronder Src, Lyn en Hck. In vitro remt bosutinib de proliferatie en overleving van CML-cellijnen, waaronder die met imatinib-resistente vormen van BCR-ABL.

Kinetische gegevens

Resorptietraag. Voedsel verhoogt de blootstelling aan bosutinib met factor 1,7.
T maxca. 6 uur.
V dca. 136,6 l/kg (93,3-179,9 l/kg).
Eiwitbindingca. 96%.
Metaboliseringin de lever door voornamelijk CYP3A4 tot weinig actieve metabolieten.
Eliminatiemet de feces ca. 91%, met de urine ca. 3%.
T 1/2elca. 34 uur.