Ribociclib

Publish

Samenstelling

Kisqali (als succinaat) Novartis Europharm ltd.

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
200 mg

Bevat tevens: sojalecithine

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

ribociclib vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Zie voor het advies voor ribociclib bij lokaal gevorderd of gemetastaseerd HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom (eerstelijnsbehandeling) de commissie BOM. Voor de behandeling van mammacarcinoom staat op oncoline de geldende behandelrichtlijn. Let op: deze richtlijn is in revisie.

Indicaties

  • Lokaal gevorderd of gemetastaseerd hormoonreceptorpositief (HR-positief), humane epidermale-groeifactorreceptor 2-negatief (HER2-negatief) mammacarcinoom bij postmenopauzale vrouwen, als eerste endocriene therapie, in combinatie met een aromataseremmer.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Lokaal gevorderd of gemetastaseerd HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom:

Volwassenen:

600 mg 1×/dag gedurende 21 dagen, gevolgd door 7 dagen géén behandeling (= cyclus van 28 dagen). In combinatie geven met een aromataseremmer: deze gedurende de hele cyclus van 28 dagen eenmaal daags innemen. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

In combinatie met sterke CYP3A4-remmers (alleen indien noodzakelijk): 400 mg 1×/dag. Indien de dosis van ribociclib al eerder was verlaagd tot 400 mg, dan bij het opstarten van de sterke CYP4A4-remmer 200 mg 1×/dag geven. Indien de dosis al eerder was verlaagd tot 200 mg, dan de behandeling van ribociclib onderbreken bij opstarten van de sterke CYP3A4-remmer. Bij staken van de sterke CYP3A4-remmer na ten minste 5 eliminatiehalfwaardetijden van de betreffende werkzame stof (raadpleeg de betreffende preparaattekst) de dosis van ribociclib weer ophogen tot het niveau van vóór het opstarten van de sterke CYP3A4-remmer. Zie voor meer informatie de rubriek Interacties.

Bij matig tot ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pugh score 7–15): 400 mg 1×/dag (op basis van farmacokinetisch onderzoek). Ribociclib is niet formeel onderzocht bij een (matig) ernstig verminderde leverfunctie.

Bij verminderde nierfunctie: een aanpassing van de dosering is niet nodig.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of stopzetting van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (o.a. neutropenie, hepatobiliaire toxiciteit, verlenging QT-tijd) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabellen 1 t/m 5).

Vergeten of uitbraken van een dosis: neem géén nieuwe tablet in, maar vervolg het normale innameschema.

Toedieningsinformatie: De tabletten in hun geheel (zonder kauwen, breken of verpulveren) doorslikken met of zonder voedsel, iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip, bij voorkeur ’s morgens. Nuttig echter géén grapefruits of granaatappelen of het sap hiervan (zie de rubriek Interacties). Neem géén tablet in die niet intact is (gebarsten, etc.).

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): dyspneu. Stomatitis, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, buikpijn. Verminderde eetlust. Urineweginfectie. Hoofdpijn, slapeloosheid. Rugpijn. Vermoeidheid, asthenie, koorts, perifeer oedeem. Huiduitslag (waaronder maculopapuleuze huiduitslag), jeuk, alopecia. Stijging ALAT, ASAT en bloedbilirubine. Leukopenie, neutropenie (bij ca. 74%; CTCAE-graad 3 of 4 bij ca. 60%), lymfopenie, anemie.

Vaak (1–10%): syncope, verlengde QT-tijd. Bloedneus. Dysgeusie, dyspepsie. Hepatotoxiciteit zoals hepatocellulaire schade, auto-immuunhepatitis en leverfalen. Erytheem. Droge ogen, toegenomen traanvorming. Hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypofosfatemie. Trombocytopenie, febriele neutropenie.

Interacties

Ribociclib wordt in belangrijke mate gemetaboliseerd door CYP3A4. Combinatie met sterke CYP3A4-remmers (zoals claritromycine, itraconazol, posaconazol, voriconazol, sommige HIV-proteaseremmers, grapefruit(sap), granaatappel(sap)) vermijden. Indien een sterke CYP3A4-remmer toch noodzakelijk is, moet de dosis van ribociclib worden verlaagd (zie de rubriek Dosering). De aanbevolen dosisaanpassingen zijn echter niet in klinisch onderzoek onderzocht; daarom zorgvuldig controleren op bijwerkingen door ribociclib. Bij combinatie met een matig-sterke CYP3A4-remmer (zoals erytromycine, fluconazol, verapamil, diltiazem, apepritant) hoeft de dosis van ribociclib niet te worden aangepast; controleer echter in dat geval ook extra op bijwerkingen.

Vermijd combinatie met sterke CYP3A4-inductoren (zoals rifampicine, fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital, sint-janskruid) vanwege een verlaging van de blootstelling aan ribociclib. Bij combinatie met minder sterke inductoren zoals efavirenz is er een kans op verminderde werkzaamheid, vooral bij toegepaste lagere doses ribociclib (400 mg of 200 mg 1×/dag).

Ribociclib is zelf een matig tot sterke CYP3A4-remmer (matig-sterk bij een dosis van 400 mg, sterk bij een dosis van 600 mg). Wees daarom voorzichtig of vermijd de combinatie met geneesmiddelen die in belangrijke mate door CYP3A4 worden gemetaboliseerd én een nauwe therapeutische breedte hebben zoals alfuzosine, domperidon, kinidine, ciclosporine, sirolimus, tacrolimus, everolimus, sommige statinen, alfentanil, fentanyl, methadon, carbamazepine, alprazolam, oraal midazolam, pimozide, quetiapine, ergotamine, vinca-alkaloïden, PDE5-remmers, sommige calciumantagonisten, boceprevir en sommige HIV–proteaseremmers.

Mogelijk remt ribociclib de geneesmiddeltransporters Pgp, BCRP, OAT1B1/1B3, OCT1, OCT2, MTE1 en BSEP (op basis van in vitro-gegevens). Wees voorzichtig en controleer op bijwerkingen bij de combinatie met geneesmiddelen die gebruik maken van deze transporters en tevens een smalle therapeutische breedte hebben zoals digoxine, pravastatine, rosuvastatine en metformine.

Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, kinidine, disopyramide, sotalol, domperidon, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, methadon, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele antimycotica, chloroquine, pimozide, selectieve serotonine 5-HT3- receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).

Zwangerschap

Gezien de geregistreerde indicatie is toepassing tijdens de zwangerschap in principe niet van toepassing.
Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren misvormingen en varianten van uitwendige en inwendige organen en het skelet. Tevens lager gewicht van de foetus.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een mogelijk nog vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens de therapie; bij haar vóór aanvang van de behandeling zwangerschap uitsluiten. Bij hoge doseringen zijn in dierproeven antiproliferatieve effecten op de kiemcellen in de testes waargenomen met als gevolg atrofie van de tubuli seminiferi.

Lactatie

Gezien de geregistreerde indicatie is het geven van borstvoeding tijdens de therapie in principe niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij dieren ja, met een hogere concentratie ribociclib in de moedermelk ten opzichte van het bloedplasma.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor soja of pinda.

Waarschuwingen

Verlenging QT-interval: vóór aanvang van de behandeling het ECG beoordelen en de behandeling alleen starten indien de QTcF-tijd < 450 msec bedraagt. Na aanvang van de behandeling na ca. 14 dagen (1e cyclus) opnieuw een ECG maken en tevens bij het begin van de 2e cyclus, daarna indien geïndiceerd. Tijdelijk onderbreken van de behandeling (bij een QTcF-tijd > 480 msec) en/of verlaging van de dosis kan nodig zijn. Staak definitief de behandeling bij verlenging van de QTcF-tijd > 500 msec óf bij een verandering van > 60 msec ten opzichte van de uitgangswaarde, wanneer deze afwijkingen optreden in combinatie met torsade de pointes of polymorfe ventriculaire tachycardie of verschijnselen/klachten van een ernstige ritmestoornis. In klinisch onderzoek was de mediane tijd tot optreden van een verlenging van de QTcF-tijd > 480 msec ca. 15 dagen. Het gebruik vermijden bij patiënten met een aanzienlijke kans op of al bestaande verlenging van de QTc-tijd. Dit betreft o.a. patiënten met:

  • lange QT-tijdsyndroom;
  • significante hartaandoeningen of hartaandoeningen die niet afdoende onder controle zijn waaronder een recent myocardinfarct, congestief hartfalen, angina pectoris en bradyaritmie;
  • elektrolytstoornissen zoals hypocalciëmie, hypomagnesiëmie en hypokaliëmie;
  • comedicatie met andere geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie de rubriek Interacties).

Elektrolytstoornissen: serumelektrolyten bepalen (inclusief kalium, calcium, magnesium en fosfor) vóór aanvang van de behandeling en bij het begin van de eerste 6 cycli en daarna indien klinisch geïndiceerd. De elektrolytstoornissen eerst corrigeren voor aanvang van de behandeling.

Neutropenie is de meest gemelde bijwerking: bij ca. 74%, CTCAE-graad 3 of 4 bij ca. 60%. De mediane tijd tot het optreden van neutropenie is ca. 16 dagen. Daarom vóór aanvang van de behandeling een volledig bloedbeeld bepalen, daarna elke twee weken gedurende de eerste 2 cycli, vervolgens bij het begin van elk van de volgende 4 cycli en daarna indien klinisch geïndiceerd. Onderbreking van de behandeling, dosisverlaging of op termijn (bij noodzaak tot een derde keer dosisverlaging) kan definitief staken van de behandeling nodig zijn.

Hepatobiliaire toxiciteit: vóór aanvang van de behandeling leverfunctietesten uitvoeren (ALAT, ASAT, bloedbilirubine), daarna elke twee weken gedurende de eerste 2 cycli, vervolgens bij het begin van elk van de volgende 4 cycli en daarna indien klinisch geïndiceerd. Bij afwijkingen met CTCAE-graad ≥ 2 vaker controleren. Onderbreking van de behandeling, dosisverlaging of definitief staken van de behandeling kan nodig zijn. De mediane tijd tot optreden van graad 3- of 4 -verhogingen van ALAT of ASAT is ca. 57 dagen.

Onderzoeksgegevens: er zijn géén gegevens over de toepassing bij ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min). Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij matig tot ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 7–15). De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen (< 18 jaar) is niet vastgesteld; gezien de geregistreerde indicatie is er geen relevante toepassing bij kinderen.

Overdosering

Symptomen
verlenging QT-tijd; tevens misselijkheid en braken en hematologische toxiciteit (neutropenie, trombocytopenie).

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met ribociclib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Proteïnekinaseremmer. Remt selectief cyclineafhankelijke kinase (CDK) 4 en 6. Na activering van de kinasen door binding aan cycline D-eiwitten (D-CDK4/6-complex) spelen deze een belangrijke rol in de progressie van de celcyclus via fosforylering van het retinoblastoomeiwit (pRb). Toediening van ribociclib leidt tot een verminderde fosforylering van pRb met als gevolg een stilstand van de celcyclus in de G1-fase en tot verminderde celproliferatie in borstkankercellijnen. Bij oestrogeenpositief mammacarcinoom werkt de combinatie ribociclib+anti-oestrogeen beter dan de afzonderlijke stoffen. Ribociclib werkt beter bij oestrogeenpositieve borstkankercellijnen dan bij oestrogeennegatieve.

Kinetische gegevens

T max1–4 uur.
V dca. 15,6 l/kg.
Metaboliseringin grote mate; via CYP3A4 en daarna diverse fase II reacties.
Eliminatiezowel met de feces (ca. 69%; 17% onveranderd) als de urine (ca. 23%; 12% onveranderd).
T 1/2el30–55 uur.

Coming soon…

Coming soon…

Coming soon…

Coming soon…

Coming soon…

Coming soon…