cabozantinib
Samenstelling
Cabometyx (als malaat) Ipsen Farmaceutica bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 20 mg, 40 mg, 60 mg
Cometriq (als malaat) TMC Pharma services ltd
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 20 mg
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard ’20 + 80 mg’
- Verpakkingsvorm
- combinatieverpakking
Bevat per verpakking: 7 capsules van 20 mg en 7 capsules van 80 mg.
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard ’20 + 80 mg’
- Verpakkingsvorm
- combinatieverpakking
Bevat per verpakking: 21 capsules van 20 mg en 7 capsules van 80 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van schildkliercarcinoom de geldende behandelrichtlijn via oncoline schildkliercarcinoom.
Indicaties
- Cabometyx: Volwassenen met gevorderd niercelcarcinoom (RCC) ná een behandeling die gericht is op de vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF).
- Cometriq: Volwassenen met progressief, niet-reseceerbaar, lokaal gevorderd of gemetastaseerd medullair schildkliercarcinoom.
Dosering
Monitor de patiënt met name tijdens de eerste acht weken van de behandeling zorgvuldig vanwege de kans op bijwerkingen als gevolg waarvan dosisverlaging óf -onderbreking nodig kán zijn (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).
Let op: de tablet en de capsule zijn niet onderling uitwisselbaar door een verschil in biologische beschikbaarheid.
Gevorderd niercelcarcinoom:
Volwassenen:
Cabometyx tablet: 60 mg 1×/dag. De behandeling voortzetten zolang er klinisch voordeel is of totdat onacceptabele bijwerkingen optreden.
Bij lichte tot matig ernstige leverfunctiestoornis: 40 mg 1×/dag, en extra monitoren op bijwerkingen. Gebruik bij ernstige leverfunctiestoornis wordt afgeraden.
Wees voorzichtig bij lichte tot matig ernstige nierfunctiestoornis; gebruik bij ernstige nierfunctiestoornis wordt afgeraden.
Bij bijwerkingen kan de dosering worden verlaagd tot 40 mg 1×/dag en daarna tot 20 mg 1×/dag, Onderbreek de behandeling bij bijwerkingen CTCAE-klasse ≥ 3 of ondraaglijke klasse 2 toxiciteit.
Lokaal gevorderd of gemetastaseerd medullair schildkliercarcinoom:
Volwassenen:
Cometriq capsule: 140 mg 1×/dag, in te nemen als 80 mg plus drie van 20 mg. De behandeling voortzetten zolang er klinisch voordeel is of totdat onacceptabele bijwerkingen optreden.
Bij lichte tot matig ernstige leverfunctiestoornis: 60 mg 1×/dag, in te nemen als drie van 20 mg. Monitor extra op bijwerkingen. Gebruik bij ernstige leverfunctiestoornis wordt afgeraden.
Wees voorzichtig bij lichte tot matig ernstige nierfunctiestoornis; gebruik bij ernstige nierfunctiestoornis wordt afgeraden.
Bij bijwerkingen kan de dosering worden verlaagd tot 100 mg 1×/dag, in te nemen als 80 mg plus 20 mg. Als opnieuw dosisverlaging nodig is: 60 mg 1×/dag, in te nemen als drie van 20 mg. Onderbreek de behandeling bij bijwerkingen CTCAE-klasse ≥ 3 of ondraaglijke klasse 2 toxiciteit.
Een gemiste dosis alsnog innemen als het langer dan 12 uur duurt tot de volgende dosis in het schema.
De tabletten en capsules (deze niet openen) heel innemen ten minste 2 uur vóór of 1 uur na het eten. De tabletten dus niet breken of verkruimelen.
Bijwerkingen
Cabometyx bij niercelcarcinoom: Zeer vaak (> 10%): hypertensie. Dyspneu, hoesten, dysfonie. Smaakstoornis, hoofdpijn, duizeligheid. Stomatitis, misselijkheid, braken, dyspepsie, diarree, obstipatie, buikpijn. Verminderde eetlust, gewichtsverlies, vermoeidheid, asthenie, mucositis. Hand-voetsyndroom, huiduitslag, droge huid. Artralgie, spierspasmen, pijn in extremiteit. Hypothyroïdie. Anemie, neutropenie, lymfopenie, trombocytopenie. Proteïnurie. Stijging in serum of bloed van creatinine, ALAT, ASAT, AF, γGT, bilirubine, amylase, lipase, triglyceriden, cholesterol. Hypoalbuminemie. Hyper- of hypoglykemie. Hyper- of hypokaliëmie, hyponatriëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, hypofosfatemie.
Vaak (1–10%): longembolie. Abces. Oorsuizen. Gastro-intestinale refluxziekte, hemorroïden. Jeuk, alopecia. Perifeer oedeem. Dehydratie.
Soms (0,1–1%): convulsie. Cholestatische hepatitis. Pancreatitis, anale fistel (CTCAE graad 2 of 3). Osteonecrose van de kaak.
Verder zijn gemeld: gastro-intestinale perforatie (graad 2 of 3; enkele met fataal verloop). Hemorragische ziekten (graad ≥ 3; enkele met fataal verloop).
Cometriq bij schildkliercarcinoom: Zeer vaak (> 10%): hypertensie. Smaakstoornis, hoofdpijn, duizeligheid. Dysfonie, keelpijn. Stomatitis, glossodynie, dysfagie, misselijkheid, dyspepsie, braken, buikpijn, diarree, obstipatie. Hand-voetsyndroom, veranderde haarkleur, alopecia, huiduitslag, droge huid, erytheem. Artralgie, spierspasmen. Vermoeidheid, mucositis, asthenie. Lymfopenie, neutropenie, trombocytopenie. Verminderde eetlust, gewichtsverlies. Stijging van leverenzymwaarden, bilirubine, LDH en TSH. Hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, hypofosfatemie, hypoalbuminemie.
Vaak (1-10%): atriumfibrilleren. Hypotensie, veneuze trombose, bleek gelaat, perifere koudheid. Fistels in ademhalingsstelsel, longembolie, bloeding van de luchtwegen, pneumonie. Gastro-intestinale perforatie, bloeding of fistels; cheilitis, aambeien, anale fissuur, anale ontsteking. Cholelithiasis, pancreatitis. Abces, schimmelinfectie. Angst, depressie, verwardheid. Perifere neuropathie, paresthesie, tremor. Wazig zien. Oorpijn, tinnitus. Folliculitis, acne, hyperkeratose, blaarvorming, abnormale haargroei, huidschilfering, hypopigmentatie van de huid. Skeletspierpijn van de borstkas, osteonecrose van de kaak. Hypothyreoïdie. Dehydratie, hypoalbuminemie. Proteïnurie, dysurie, hematurie. Verminderde wondgenezing, koude rillingen, gezichtsoedeem. Verhoogde creatinekinasewaarde.
Soms (0,1-1%): angina pectoris, supraventriculaire tachycardie. Arteriële trombose, TIA. Atelectase, keeloedeem, pneumonitis. Aspergilloom. Delier, abnormaal dromen. Ataxie, aandachtsstoornis, leverencefalopathie, bewustzijnsverlies, spraakstoornis, reversibele posterieure leuko-encefalopathie syndroom (RPLS = PRES). Cataract, conjunctivitis. Hypoacusis. Oesofagitis. Teleangiëctasieën, huidzweer. Rabdomyolyse. Acuut nierfalen. Amenorroe, vaginale bloeding. Gelokaliseerd oedeem. Verkorte aPTT, verhoogd aantal eosinofielen en/of trombocyten.
Verder is gemeld: QT-verlenging.
Interacties
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-remmers (zoals claritromycine, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, voriconazol, boceprevir, indinavir, ritonavir, saquinavir en grapefruitsap) omdat de plasmaconcentratie van cabozantinib kan worden verhoogd. Gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-inductoren (zoals carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, rifampicine, sint-janskruid) vermijden omdat deze de plasmaconcentratie van cabozantinib kunnen verlagen.
Cabozantinib is, in vitro, tevens een substraat voor ’resistance-associated protein’ 2 (MRP2); mogelijk verhogen remmers hiervan (zoals ciclosporine, emtricitabine en efavirenz) de plasmaspiegel van cabozantinib.
Cabozantinib remt Pgp; wees daarom voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van Pgp-substraten met een smalle therapeutische breedte (bv. digoxine of dabigatran).
Wees voorzichtig bij comedicatie van middelen geassocieerd met osteonecrose van de kaak zoals bisfosfonaten.
Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, kinidine, disopyramide, sotalol, domperidon, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, methadon, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele antimycotica, selectieve serotonine 5-HT3- receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).
Het is onbekend of cabozantinib de werking van hormonale anticonceptiva negatief beïnvloedt; daarom wordt een aanvullende anticonceptiemethode aanbevolen. Zie voor de behandeling van vruchtbare mannen (en vrouwen) ook de rubriek Zwangerschap.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren bij subtherapeutische doseringen schadelijk gebleken (gespleten verhemelte/lip, dermale aplasie, veranderingen in zachte weefsels (zoals kleinere milt, kleine of ontbrekende tussenlongkwab), totale misvormingen. Tevens embryo-foetale toxiciteit zoals foetaal oedeem en postimplantatieverlies.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste vier maanden na de therapie. Het is onbekend of cabozantinib de werking van hormonale anticonceptiva negatief beïnvloedt; daarom wordt een aanvullende anticonceptiemethode (bv. barrièremiddel) aanbevolen. Cabozantinib vermindert bij dieren de mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid. Raad voorafgaand aan de behandeling aan, om advies over behoud van vruchtbaarheid in te winnen, bij patiënten die na de behandeling een kinderwens hebben.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden tijdens én tot ten minste 4 maanden na stoppen met de behandeling.
Contra-indicaties
Waarschuwingen
De werkzaamheid bij patiënten met tumoren met een onbekende of negatieve RET-mutatiestatus en RAS-mutatiestatus is niet overtuigend vastgesteld.
Monitor de patiënt met name tijdens de eerste acht weken van de behandeling zorgvuldig vanwege de kans op bijwerkingen als gevolg waarvan dosisverlaging óf -onderbreking nodig kan zijn. Bijwerkingen die doorgaans zich gedurende deze weken voordoen zijn hypertensie, gastro-intestinale bijwerkingen, hand-voetsyndroom, proteïnurie, trombocytopenie, hypokaliëmie en hypocalciëmie.
Controleer vóór en periodiek tijdens de behandeling de toestand van het gebit, omdat gevallen van osteonecrose van de kaak zijn gemeld. Tijdens de behandeling een goede mondhygiëne adviseren. Voorzichtig bij comedicatie van middelen geassocieerd met osteonecrose van de kaak zoals bisfosfonaten. Cabozantinib ten minste 28 dagen vóór een geplande invasieve gebitsprocedure staken.
Controleer alle patiënten op hypertensie en behandel deze zo nodig; bij aanhoudende hypertensie de cabozantinib-dosis verlagen (zie rubriek Dosering). Staak de behandeling bij ernstige en hardnekkige hypertensie ondanks dosisverlaging.
Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen (zie de rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging. Controleer bij deze patiënten regelmatig het ECG en de serumelektrolyten (calcium, kalium, magnesium).
Wees voorzichtig bij risicofactoren voor óf een voorgeschiedenis van trombose, aangezien gevallen van veneuze en arteriële trombo-embolie zijn gemeld. Bij optreden van een klinisch significante trombo-embolische complicatie de behandeling staken.
Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van ernstige hemorragie of van hemoptoë, vanwege de kans op bloedingen. Bij aanwijzingen voor infiltratie van de trachea of bronchi door de tumor is er meer kans op hemoptoë.
Controleer regelmatig op eiwit in de urine en staak de behandeling bij optreden van het nefrotisch syndroom.
Er zijn ernstige gastro-intestinale (GI) fistels, intra-abdominale abcessen en perforaties zijn gemeld; wees daarom voorzichtig bij recente radiotherapie, inflammatoire darmziekte, tumorinfiltratie van trachea/bronchi/oesofagus of bij complicaties van eerdere gastro-intestinale operatie of thorax-radiotherapie. Bij ontstaan van mucositis niet-GI fistels uitsluiten. Persisterende of recidiverende diarree kan een risicofactor zijn voor de ontwikkeling van een anale fistel. Staak de behandeling bij ontstaan van een fistel (GI of niet-GI) óf een perforatie.
Wondcomplicaties komen voor. Cabozantinib ten minste 28 dagen vóór een geplande operatieve ingreep (incl. een tandheelkundige operatie) staken. Hervat eventueel de behandeling bij adequate wondgenezing.
Symptomen als convulsies, hypertensie, hoofdpijn, lethargie, veranderde geestesgesteldheid, verwardheid en visuele stoornissen kunnen passen bij de bijwerking reversibele posterieure leuko-encefalopathiesyndroom (RPLS = PRES). Bij de eerste tekenen van RPLS de behandeling staken; bij bevestiging van de diagnose de behandeling niet meer hervatten.
De veiligheid en werkzaamheid bij leverfunctiestoornissen, ernstige nierfunctiestoornissen en bij kinderen (< 18 j.) zijn niet vastgesteld. Gebruik bij deze aandoeningen of leeftijdscategorie wordt niet aanbevolen. Wees voorzichtig bij lichte tot matig ernstige nierfunctiestoornissen; bij licht tot matig ernstige leverfunctiestoornissen de dosering verlagen (zie de rubriek Dosering). Er is weinig ervaring bij niet-blanke patiënten of bij patiënten met een hartfunctiestoornis.
Overdosering
Eigenschappen
Tyrosinekinaseremmer. Remt de tyrosinekinase-activiteit van MET (hepatocyt groeifactorreceptor), VEGFR (vasculaire endotheliale groeifactorreceptoren), RET (’rearranged during transfection’), GAS6-receptor (AXL), KIT (stamcelfactorreceptor) en FLT3 (FMS-achtige tyrosinekinase-3). Vermindert daardoor de angiogenese die door de tumorcel geïnduceerd wordt, waardoor tumorgroei en metastatische progressie geremd worden.
Kinetische gegevens
T max | 2–5 uur. |
Eiwitbinding | ≥ 99,7%. |
V d | 5 l/kg. |
Overig | Er is een verschil in de Cmax en AUC tussen de tablet en de capsule. |
Overig | Mogelijk doorloopt cabozantinib een enterohepatische kringloop. |
Metabolisering | vnl. door CYP3A4. |
Eliminatie | met de feces ca. 54%, met de urine 27%. |
T 1/2el | 99–120 uur. |
Geneesmiddelgroep
cabozantinib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.
- afatinib (J05AF06)
- alectinib (J05AF06)
- axitinib (J05AF06)
- bosutinib (J05AF06)
- cabozantinib (J05AF06)
- ceritinib (J05AF06)
- cobimetinib (J05AF06)
- crizotinib (J05AF06)
- dabrafenib (J05AF06)
- dasatinib (J05AF06)
- erlotinib (J05AF06)
- everolimus (J05AF06)
- gefitinib (J05AF06)
- ibrutinib (J05AF06)
- idelalisib (J05AF06)
- imatinib (J05AF06)
- lapatinib (J05AF06)
- lenvatinib (J05AF06)
- nilotinib (J05AF06)
- nintedanib (J05AF06)
- nintedanib (J05AF06)
- osimertinib (J05AF06)
- pazopanib (J05AF06)
- ponatinib (J05AF06)
- regorafenib (J05AF06)
- ruxolitinib (J05AF06)
- sorafenib (J05AF06)
- sunitinib (J05AF06)
- temsirolimus (J05AF06)
- trametinib (J05AF06)
- vandetanib (J05AF06)
- vemurafenib (J05AF06)
- ribociclib (J05AF06)