Gefitinib

Publish

Samenstelling

Iressa AstraZeneca bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
250 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

gefitinib vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Zie voor de behandeling van niet-kleincellig longcarcinoom de geldende behandelrichtlijn via oncoline NSCLC.

Indicaties

Lokaal gevorderde of gemetastaseerde niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) met activerende EGFR-TK-mutaties.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Volwassenen:

250 mg 1×/dag.

Bij diarree of huidreacties die ondraaglijk zijn, de behandeling zo nodig max. 14 dagen onderbreken. Bij ondraaglijke bijwerkingen na een onderbreking, de behandeling stoppen.

Een gemiste dosis alleen innemen indien de volgende dosis > 12 uur later gepland staat.

De tablet heel innemen met wat water elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip. Indien inname van een hele tablet niet mogelijk is: de tablet in een half glas niet-koolzuurhoudend water uiteen laten vallen en af en toe roeren totdat de tablet is gedispergeerd (dit kan 20 min duren), naspoelen met nog een half glas water.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): anorexie, stomatitis, misselijkheid, braken, diarree, asthenie, pustuleuze huiduitslag, jeuk, droge huid, huidfissuren, erytheem, verhoogde ALAT-waarden.

Vaak (1–10%): conjunctivitis, blefaritis, droog oog, bloedingen (o.a. epistaxis, hematurie), interstitiële longziekte (fatale afloop is gemeld), koorts, dehydratie, droge mond, nagelaandoening, alopecia, cystitis, proteïnurie, verhoogde waarden creatinine, ASAT en totaal bilirubine.

Soms (0,1–1%): hoornvlieserosie (reversibel, soms met afwijkende wimpergroei), keratitis, pancreatitis, perforatie van het maag-darmkanaal, hepatitis (leverfalen en fatale afloop zijn gemeld), allergische reacties (incl. angio-oedeem en urticaria).

Zelden (0,01-0,1%): hemorragische cystitis, huidvasculitis, erythema multiforme (o.a. toxische epidermale necrolyse, stevens-johnsonsyndroom).

Interacties

Gelijktijdig gebruik met krachtige CYP3A4-remmers (zoals grapefruitsap, ketoconazol, itraconazol, posaconazol, voriconazol, erytromycine, claritromycine, boceprevir of HIV-proteaseremmers), kan de plasmaconcentratie van gefitinib verhogen door een afgenomen klaring. Gelijktijdig gebruik met CYP3A4-inductoren (rifampicine, fenytoïne, carbamazepine, barbituraten of sint-janskruid) kan de plasmaconcentratie van gefitinib verminderen door een toegenomen klaring.

Gelijktijdige gebruik met antacida, protonpompremmers, en H2-receptorantagonisten vermindert de plasmaconcentratie van gefitinib.

Gelijktijdig gebruik met substraten van CYP2D6 (zoals metoprolol) kan de plasmaconcentratie van het substraat verhogen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de behandeling.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren.
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.

Contra-indicaties

Waarschuwingen

Periodiek de leverfunctie controleren vanwege mogelijke bijwerkingen zoals hepatitis en leverfalen. Wees voorzichtig bij ontstaan van milde tot matige veranderingen van de leverfuncties; overweeg onderbreking van de behandeling indien deze veranderingen ernstig zijn. Patiënten met matige tot ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pughscore ≥ 7) als gevolg van levercirrose hebben verhoogde plasmaconcentraties van gefitinib en dienen daarom zorgvuldig gecontroleerd te worden op het optreden van bijwerkingen.

Bij respiratoire achteruitgang (zoals dyspneu, hoest en koorts), de behandeling met gefitinib onderbreken in verband met het risico van interstitiële longziekte (ILD). Indien ILD wordt bevestigd, de behandeling met gefitinib staken.

Bij symptomen zoals acute of verergerende oogontsteking, verhoogde traanproductie, fotofobie, wazig zien of een pijnlijk of rood oog, direct een oogarts raadplegen. Bij vaststelling van keratitis ulcerosa de behandeling onderbreken of staken.

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.

Overdosering

Eigenschappen

EGFR-TK-(tyrosinekinase)remmer. Remt de intracellulaire fosforylering van de epidermale groeifactorreceptor (EGFR) waardoor verstoring optreedt van verschillende voor de ontwikkeling van tumoren belangrijke processen.

Kinetische gegevens

OverigF = 59%.
T max3–7 uur.
Eiwitbindingca. 90%.
V d20 l/kg.
Metabolisering in de lever voornamelijk door CYP3A4 en in mindere mate CYP2D6.
Eliminatievoornamelijk met de feces (metabolieten) en < 4% met de urine.
T 1/2el41 uur.